Er zijn verschillende indicatoren om te bepalen of een transactie relatie houdt met het witwassen en/of terrorismefinanciering. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen objectieve en subjectieve indicatoren.
Objectieve indicatoren
In het geval van een objectieve indicator moet je altijd een melding doen. Voor jou als financiële dienstverlener bestaat alleen de volgende objectieve indicator:
- Een contante wisseltransactie met een waarde van meer dan €10.000.
Subjectieve indicatoren
Onder de subjectieve indicatoren vallen transacties waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze transacties verband houden met witwassen of financieren van terrorisme. Voorbeelden van subjectieve indicatoren zijn:
- Onduidelijkheid over achterliggende partijen/uiteindelijk belanghebbenden, bijvoorbeeld bij
het gebruik van een stroman; - Voorwenden van een legale herkomst van gelden door deze ten onrechte voor te doen als
consultancy-fees, commissies, of leningovereenkomsten; - Ongebruikelijke herkomst van gelden, bijvoorbeeld uit landen met veel corruptie en politieke
instabiliteit of betrokkenheid van offshore vennootschappen; - Gelden afkomstig van buitenlandse rekeningen van Nederlanders die zijn geopend om de
gelden buiten het zicht van de Nederlandse autoriteiten te houden; - Ongebruikelijk en onverklaarbaar inkomen, zoals een voorgewende erfenis of het winnen van
de loterij of het slechts kunnen noemen van niet-verifieerbare bronnen ter verantwoording
van gelden; - Afwezigheid van bepaalde documentatie ter verantwoording, zoals facturen, bankafschriften,
koopovereenkomst, financieringsovereenkomst; - De cliënt weigert te verklaren over de herkomst van het geld;
- Transacties of beleggingen zijn ongebruikelijk voor de cliënt in omvang of aard;
- De cliënt is een niet-gereglementeerde nominee company met onbekende aandeelhouders;
- De cliënt is woonachtig of gevestigd in een jurisdictie met een hoger witwas- en
terrorismefinancieringsrisico of hoogrisicolanden, zoals belastingparadijzen, landen met
bankgeheim, landen waar veel offshore vennootschappen zijn gevestigd of drugs
producerende landen; - De cliënt is ook een financiële onderneming, maar niet geregistreerd of geregistreerd in een
jurisdictie met zwak AML/CFT-toezicht; - De cliënt is betrokken bij, of ontleent zijn vermogen/inkomsten aan potentieel hoog risico –
activiteiten of sectoren, zoals cash-intensieve activiteiten, vastgoedsector, trustsector, money
transfers, offshore vennootschappen; - De cliënt is een rechtsfiguur met ‘zwevend vermogen’, zoals de Trust, de Stiftung, de
Zwitserse Treuhand of de Liechtensteinse Anstalt. - De cliënt maakt gebruik van producten of services die kunnen leiden tot anonimiteit of tot
onduidelijke informatie over onderliggende klanttransacties (bijvoorbeeld aandelen aan
toonder of omnibusrekeningen).
Opvolging indicator
Indien blijkt dat het gaat om een voorgenomen ongebruikelijke transactie, dan moet deze gerapporteerd worden. Vervolgens is het aan jou om te overwegen of je de cliënt als relatie wilt behouden. Het kan namelijk ook gaan om een ‘incident’. In zo’n geval kan je overwegen om de relatie te behouden.